8/3/2023

Bij het uitvoeren van brandtesten wordt in de regel uitgegaan van brand van beneden. Ook als het gaat om het testen van vloerconstructies. Maar wat gebeurt er met een verdiepingsvloer in hoogbouw als er op die verdieping brand is en het vuur dus van boven komt? Om daar antwoord op te kunnen geven, kan in het testlaboratorium van Efectis getest worden met brand van boven.

Brand van beneden wordt gezien als meer kritisch en mede daarom wordt er in de regel ook vooral met brand van beneden getest. “Wij hebben in onze oven de branders op verschillende hoogten en kunnen daarmee brand van boven simuleren. Dat is wel uniek aan onze oven. Daarmee krijgen onze klanten namelijk een goed beeld van de brandweerstand van een plafond of vloer-plafondconstructie in twee richtingen. Uiteraard gebeurt dit in twee aparte testen. Per richting een test!”

EN 1365-2 VS EN 1364-2

Voor de bepaling van de brandwerendheid van plafonds en vloeren en daken, en daarmee dus vloer-plafondconstructies, gelden de normen EN 1364-2 en EN 1365-2. Daarmee wordt er verschil gemaakt tussen plafonds en vloer-plafondconstructies. Voor de Nederlandse markt wordt in het Bouwbesluit standaard uitgegaan van vloer-plafondconstructies. Daarbij wordt standaard getest met brand van beneden, wat in de meeste gevallen ook wordt gedaan, maar ook met brand van boven.

De vraag naar zo’n test met brand van boven komt vaak van een fabrikant die zijn product of systeem getest wil hebben. “Daarbij is de wens van de klant bepalend. Er zijn per land specifieke eisen waaraan producten moeten voldoen, maar soms wil een producent ook aantonen dat zijn product beter presteert dan wettelijk verplicht is. Dat zijn systeem bijvoorbeeld 90 minuten weerstand biedt, terwijl 60 minuten de eis is. Of dus het bepalen van de brandwerendheid van een vloer-plafondconstructie met brand van boven.”

Voor testen op plafonds volgens de EN 1364-2 geeft de norm al aan dat de test in twee richtingen kan worden uitgevoerd. Het testen van een dergelijke constructie is dus norm technisch gezien niet speciaal. De uitvoering echter wel, want je oven moet wel zo ingericht zijn om dat mogelijk te maken.

Proefstuk bouwen

Voor de brandtest wordt in een testframe een proefstuk gebouwd. Dat testframe past precies in de horizontale oven van Efectis. In dat testframe wordt dan boven het proefstuk de ruimte gebouwd waarin de  branders hun stralingswarmte op het proefstuk kunnen afgeven. Die ruimte moet minimaal anderhalve meter hoog zijn, dat is een eis uit de testnorm.

Nadat eerst een cellenbetonnen vloerdelen op stalen liggers worden gelegd, worden aan de cellenbetonnen vloerdelen de metalen hangers bevestigd met daaraan de metaalprofielen. “Aan die profielen worden de plafondplaten bevestigd en kan alle meetapparatuur geplaatst en gekoppeld worden”, zegt Scholten. Het proefstuk wordt van boven blootgesteld aan de ‘standaard brand’. Dat betekent dat we met standaard brandcurve uit de NEN EN 1363-1 testen.

Classificeren in tijden

Zodra de test begint wordt gekeken hoelang het duurt totdat er een bijvoorbeeld een opening in het plafond optreedt. Afhankelijk van die testduur kunnen we het plafondsysteem classificeren volgens EN 13501-2 met standaardtijden, variërend van EI 15 tot EI 240 minuten. Wanneer de classificatie van bovenaf wordt uitgedrukt, moet de toevoeging “a→b” (“a” verwijst naar boven en “b” naar onder het membraan) worden gebruikt; op dezelfde manier wordt de toevoeging van “a←b” gebruikt voor classificatie van onderen, en “a↔b” wordt gebruikt voor classificatie van zowel boven als beneden.

Bij het testen van een vloer-plafondconstructie moet ook rekening gehouden worden met belasting op de vloer en de mate van verplaatsing van de constructie als gevolg van die belasting. Bij die testen moeten we uitgaan van een belasting van een aantal kilo per vierkante meter en moet er ook gemeten worden hoeveel die vloer-plafondconstructie zich verplaatst en of de belasting nog wel gedragen kan worden. Daarbij moet die verplaatsing binnen vastgestelde normen blijven om de test te laten slagen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met George Scholten